Actualiteit, AI en duurzaamheid: dit zien leerlingen graag terug in de les
Wat vinden leerlingen belangrijk als het gaat om onderwijsvernieuwing? Onderzoeksbureau Young Works...
Lees meer
Wie was Philip Kohnstamm? Hij was de eerste hoogleraar pedagogiek in Nederland, geïnspireerd door Daltononderwijs. Het Daltononderwijs wil leerlingen opvoeden tot ‘fearless human beings’. Breed geformuleerde onderwijsopbrengsten worden aangeduid met persoonlijkheidsontwikkeling, een term die haar oorsprong kent in de personalistische pedagogiek van Philip Kohnstamm. Pedagoog Philip Kohnstamm ontwikkelde individueel onderwijs.
Philipp (later Philip) Abraham Kohnstamm werd in Bonn (Duitsland) geboren. Zijn vader was de bankier Max Kohnstamm. Sarah Wertheim, de zus van de filantroop naar wie het Amsterdamse Wertheimpark vernoemd is, was zijn moeder. In de joods-liberale familie werd weinig aan het joodse geloof gedaan. Vader Max moest worden opgenomen in een sanatorium. Toen verhuisde het gezin naar Nederland.
Als scholier was Kohnstamm atheïst en humanist. Vanaf het begin van de 20e eeuw voelde hij zich aangetrokken tot de christelijke kerk. In 1917 liet hij zich dopen in de Nederlandse Hervormde Kerk, omdat het karakter van de volkskerk hem lief was. Hij ontwikkelde zijn denken in de richting van het christelijk personalisme. In zijn geloofsovertuiging werd hij sterk geïnspireerd door zijn leermeester, de natuurkundige en Nobelprijswinnaar J. D. van der Waals.
Alle mensen zijn verschillend
In 1893 begon Kohnstamm zijn studie in de natuurwetenschappen aan de Gemeente Universiteit. Hij promoveerde daar in 1901 in de natuurkunde. In 1918 volgde zijn overstap naar de pedagogiek, met een benoeming tot bijzonder hoogleraar in de opvoedkunde vanwege de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. De bezetter dwong hem zijn ambt neer te leggen in 1940. Na de bevrijding keerde hij terug. Een jaar later ging hij met emeritaat.
Kohnstamm propageerde een vorm van klassenmanagement die tegenwoordig wordt omschreven als ‘interactief onderwijs’ of ‘samenwerkend leren’. In deze werkvorm dragen de leraar en de leerlingen samen de verantwoordelijkheid voor wat zij zelf en als groep leren. Want het gaat niet om taal, lezen en rekenen alleen – al hoor je dat tegenwoordig steeds vaker. Onderwijs is op de eerste plaats de ontdekking dat alle mensen verschillend zijn. Naar school gaan is leren omgaan met die ‘eigenheid’ in emoties, het hanteren van normen, het ontwikkelen van een waardenstelsel, het opbouwen van eigen opvattingen en het bewust worden van eigen motieven, houdingen en gewoonten.
Naar school gaan is leren omgaan met
je ‘eigenheid’
Opvoeding moet er in zijn ogen op gericht zijn het kind een geheel eigen en zelfstandig waarde te geven’. Het gaat Kohnstamm daarbij om vrijheid en gezag mét verantwoordelijkheid en geweten. Taal neemt daarin een belangrijke positie in. Door middel van taal kunnen wij kennis uitwisselen en taal maakt het redeneren mogelijk. ‘Taal is een medium van de opvoeding, een transportmiddel van de cultuur’.
Leren moet zich richten op zelfstandig leren denken, volgens Kohnstamm. Denken is iets dat je kunt leren. Het is zijn overtuiging dat intelligentie te beïnvloeden is. Dat gaat niet vanzelf, daar heb je een leraar voor nodig. Alles valt of staat met de persoon van de leraar. Een goede leraar leert je hoe je moet denken, niet wat je moet denken. Een visie die nog steeds actueel is.
Op zijn eigen lagere school in Amsterdam kon Kohnstamm zich vrij ontwikkelen. Hier ligt de kiem voor zijn streven naar ‘losser klassenverband’: een vrije combinatie van vakken, wat we nu ‘gepersonaliseerd leren’ zouden noemen. Lesstof op leerlingen afstemmen en keuzevrijheid bieden. Niet alle leerlingen van een klas altijd hetzelfde vak doceren. Dit stimuleert de ontwikkeling van de persoonlijkheid, het voornaamste doel van onderwijs en opvoeding. Hij waarschuwt daarbij voor een idealistische (staats)pedagogiek, die zal leiden tot verplicht staatsscholen met uniform, klassikaal onderwijs.
Veel kinderen
waren de dupe van selectiemethoden
Kohnstamm legde als een van de eerste de link tussen klasse en kansen in het onderwijs. Want hij zag de relatie tussen sociale achtergrond en het gebrek aan kansen op goed onderwijs. Mensen in staat stellen zichzelf zoveel mogelijk te ontplooien en te ontwikkelen naar eigen aard en aanleg is het doel van onderwijs en opvoeding. Hij bekritiseerde de toelatingstesten voor het middelbaar onderwijs. Want in de achterstandsbuurten zag hij hoe kinderen uit achterstandsbuurten de dupe waren van selectiemethoden. Veel kinderen kregen simpelweg niet de kans om tot leren te komen. Zijn denken is nu opnieuw relevant in de discussies over vroege selectie in het voortgezet onderwijs.
In 1923 brengt hij in Engeland een bezoek aan de Daltonscholen van de Amerikaanse pedagoge Helen Parkhurst. Deze scholen werken met flexibiliteit aan ‘moral and civic training’. De focus op persoonlijkheidsontwikkeling en flexibiliteit die hij daar ziet, is precies wat hij wil voor de toekomst van het Nederlandse volksonderwijs. Toch kiest hij niet voor de benaming ‘daltononderwijs’. Kohnstamm wil onderwijs ontwikkelen vanuit zijn eigen personalistische pedagogiek. ‘Persoonlijkheidsonderwijs’ is een goede benaming. Echter, deze term gebruikt de Amsterdamse Staringschool (een experiment van pedagoog Groeneveld) al sinds 1921. Als pleitbezorger van Parkhurst, kiest hij daarom voor de beschrijving ‘scholen in een losser klassenverband’.
Na de Tweede Wereldoorlog pleitte Kohnstamm voor ‘algemeen vormend voortgezet onderwijs’. Dus ook voor jongeren die het niveau van HBS en gymnasium niet haalden. Zijn pleidooi voor algemeen voortgezet onderwijs uit 1950 (overgenomen door de Partij van de Arbeid) vormde het slotakkoord van zijn onderwijskundige loopbaan. Het was een voorbode van de Mammoetwet waarin het algemeen vormend onderwijs (MAVO en HAVO) wettelijk zou worden verankerd.
Het bevorderen van zelfredzaamheid en
het meedoen in de maatschappij
Philip Kohnstamm legde de basis van de empirische onderwijskunde in Nederland. Dit komt tot uiting in de naamgeving van het Kohnstamm Instituut en het gemeenschappelijk gebouw van de afdeling Pedagogiek van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam aan de Wibautstraat in onze hoofdstad Amsterdam. Ook basisscholen in het hele land vernoemden zich naar hem.
Kohnstamm was oprichter van Stichting IVIO, Instituut voor Individueel Onderwijs, en is daarmee ook grondlegger van Metafoor Onderwijs. Onze organisatie komt voort uit IVIO. Zijn gedachtegoed leeft voort in onze organisatie. Wij staan voor kwaliteit en inclusiviteit, zoals vastgelegd in onze kernwaarden. Zo werken wij al ruim 80 jaar elke dag. Wij werken aan het ‘het bevorderen van de zelfredzaamheid en het meedoen met de maatschappij’ zoals hij dat begin vorige eeuw voor zich zag.
Verdiep je hier in het werk van grote pedagogen.
Wat vinden leerlingen belangrijk als het gaat om onderwijsvernieuwing? Onderzoeksbureau Young Works...
Lees meer
Rotterdam is echt zijn stad: Ahad Khan, accountmanager van regio Zuidwest, kwam als dertienjarige...
Lees meer