Blog

Kirschner bestrijdt onzin in onderwijs

Door: Valentijn Brandt | Gepubliceerd op: 28-11-2022

Onderwijspsycholoog Paul A. Kirschner weerlegt broodjes-aap. In het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes bespreekt hij 35 onderwijsmythes. Vechten tegen de bierkaai, want veel onderwijsmythes verspreiden zich zowel via het lerarenonderwijs als in de dagelijkse praktijk van scholen – waar leraren elkaar ‘helpen’ en onwaarheden doorvertellen.

Wie is Paul A. Kirschner?

Wat doet deze geboren New Yorker in Nederland?

Paul A. Kirschner is emeritus-hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, eredoctor aan de University of Oulu in Finland en gastprofessor aan Thomas More Hogeschool in België. Ook was hij lid van de Onderwijsraad en bekleedt hij andere functies, waaronder gastspreker op het gebied van leren en onderwijs. Kirschner publiceerde 400 wetenschappelijke artikelen en 14 boeken. Daarnaast schrijft hij blogs en opiniestukken voor vak- en dagbladen.

 

Edukwakzalvers verkopen feiten loze verhalen

 

Kirschner bestrijdt onzin in onderwijs

Het doel van Kirschners werk is: goed onderwijs leren maken en broodje-aap-verhalen bestrijden. Vanuit zijn achtergrond als opgeleid docent en onderwijspsycholoog, kruist hij regelmatig de degens met zelfbenoemde ‘onderwijsgoeroes’; hij noemt ze edukwakzalvers. Want zij verkopen met mooi klinkende maar feitenloze verhalen, letterlijk en figuurlijk onzin aan politici, beleidsmakers, schoolhoofden, docenten en ouders. Denk bijvoorbeeld aan: Braintraining, Leerstijlen, Multitasking en Digitale Natives.

Mythes in het onderwijs

Mensen geloven wat aannemelijk klinkt

Mensen geloven van alles, ook zonder bewijs. Homeopathie, astrologie, naturopathie, parapsychologie, antivaxx. In het onderwijs bestaan veel mythes over neurologie (‘left / right brained’, wij gebruiken slechts 10% van onze hersenen) en over leerstijlen. Mensen die deze mythes omarmen zijn niet dom of slecht opgeleid. Ze zijn vaak zéér goed opgeleid. Het concept van Leerstijlen wordt zelfs door circa 90% van de leraren in Nederland gelooft, terwijl het niet klopt.

 

De leerpiramide bestaat niet! Het is een mythe

 

Leerpiramide is een mythe

Iedereen in het onderwijs kent de leerpiramide. De leerpiramide bestaat in verschillende versies, die je regelmatig op congressen, in workshops en op sociale media ziet. Het is een verleidelijk plaatje. Belangrijk echter: de leerpiramide bestaat niet! Het is een hardnekkige mythe. Nog lang niet iedereen in het onderwijs weet dit.

Hoe werken onderwijsmythes?

Het probleem dat broodjes aap veroorzaken

Broodje-aap-verhalen zijn verhalen die aannemelijk klinken en die je graag wílt geloven. Wat dan gebeurt: jij ziet kinderen van alles doen: chatten, gamen, leren, muziek luisteren … Op het oog kunnen zij dit allemaal tegelijk en zonder problemen. Je gaat denken dat jonge mensen prima kunnen multitasken. Je verzuimt jezelf kritische vragen te stellen zoals ‘Kan ik de krant lezen en tegelijkertijd een inhoudelijk gesprek voeren?’ Nee, natuurlijk niet. Maar het resulteert in leuke projecten met hippe namen, want ook onderwijsadviseurs zijn gevoelig voor dit soort bedrog.

 

Publiek denkt dat leerlingen kunnen multi-tasken

 

Mythes maken het moeilijk om te werken aan echte vooruitgang

“Kom ik ergens om mijn verhaal te vertellen, dan begin ik op achterstand. Ik heb last van onderwijsmythes. Mijn publiek denkt nog altijd dat leerlingen daadwerkelijk het beste leren door te doen/ontdekken of dat leerlingen effectief kunnen ‘multitasken’. En erger nog, je hebt een groep mensen die sceptisch is geworden om de verkeerde reden. Niet omdat ze niet kritisch zijn, maar omdat ze al dat uitproberen zonder effect, zat zijn. Ze zijn door alle onzin innovatie moe, wat het nog moeilijker maakt om goede innovaties in te voeren.” Meer over onderwijsmythes, lees je hier.

Leerstijlen zijn het ergste fabeltje

Leerstijlen vormen een lucratieve business

Het onderwijs zou moeten inspelen op leerstijlen die verschillend zouden zijn voor verschillende leerlingen. Sommige mensen leren visueel het beste, anderen auditief en weer andere kinesthetisch (in combinatie met beweging). “Ik houd bijvoorbeeld van tabellen en figuren, mijn collega Jan van letterwoestijnen.” Behalve veel boeken en artikelen, bestaat inmiddels een volledige bedrijfstak die meetinstrumenten verkoopt om de leerstijl van leerlingen/studenten te ‘bepalen’ en hen lesmethodes die zich daarop richten te verkopen.

 

Leervoorkeuren bestaan wel, maar of die leiden tot effectief leren?

 

Doen alsof leerstijlen bestaan is niet zonder gevolgen

Bedrijven verkopen workshops en conferenties om docenten te leren hoe zij hun manier van lesgeven in lijn kunnen brengen met de leerstijlen van hun leerlingen. Het probleem is dat (1) leerstijlen niet bestaan maar wel -voorkeuren, (2) leervoorkeuren niets zeggen over wat goed of slecht is voor het leren, en (3) het gebruik van zogenoemde leerstijlen kan leiden tot het ‘doden’ van leren. Hier heeft Kirschner veelvuldig over gepubliceerd. Meer over de weerlegging van deze mythe, lees je hier.

Wat moeten leerlingen dan leren?

Informatie vergaren, selecteren en beheren

“Met informatiemanagement leer je het kaf van het koren scheiden. Je leert informatie vastleggen, beheren, en het met anderen op effectieve en efficiënte wijze delen”, vindt Kirschner. Hij constateert in zijn onderzoeken, en zelfs onder zijn studenten, dat de vaardigheden die we leerlingen meegeven, niet toereikend zijn. “Leerlingen zijn in staat om globaal te zoeken op het internet, maar niet gericht. Ze zijn goed in copy-paste. Maar ze zijn niet goed in staat om de informatie goed te beoordelen. Leerlingen vragen zich (net als hun leraren) te weinig af: “Is dit een broodje aap-verhaal of klopt het echt?”

 

Besteed meer aandacht aan een stevig fundament van kennis en vaardigheden

 

Algemene kennis en vaardigheden verstevigen

Wat moeten scholen volgens Kirschner dan wel doen? “De kennis en vaardigheden die we kinderen nu al meegeven, moeten we koesteren en versterken. Dat fundament blijft van groot belang. Stevige kennis- en basisvaardigheden zijn de kern voor het verdere leren. Besteed meer tijd aan de algemene vorming van het kind; geef hen een kennisfundament waarop ze verder kunnen bouwen.” Om leerlingen te bereiken moeten we het onderwijs een beetje aanpassen. “Maar het is een evolutie, geen revolutie met nieuwe vakken en nieuwe inhoud.”

 

Kirschner ziet het onderwijs achteruitgaan

 

Zonder mobieltjes in de klas

In een aflevering (8 februari 2018) van de podcast Onder wetenschappers meldt Kirschner niet alleen slecht nieuws: ‘Ondanks alle tegenspoed, is het onderwijs in Nederland nog steeds goed. Redelijk goed. We hebben nog steeds genoeg kappers en automonteurs.’ Nu, vijf jaar later, is hij minder positief. ‘Ik vind het onderwijs matig en achteruitgegaan.’ Paul Kirschner deelt zijn werk op zijn eigen website en regelmatig op LinkedIn, zoals bijvoorbeeld vorige week een stuk over mobieltjes op school. Soms geeft hij ook lezingen met zijn dochter Femke Kirschner. Zij is adviseur, trainer en onderzoeker in het onderwijs.

Meer weten over pedagogiek?

Verdiep je hier in het werk van grote pedagogen.

Lees meer over Biesta ➜

Lees meer over Hattie ➜

Lees meer over Kohnstamm ➜

Lees meer over Vygotski ➜

Valentijn Brandt
Auteur
Studeerde Fotografie in Den Haag en Sociologie in Nijmegen. Hier schrijft hij over HR strategie en ontwikkelingen in het MBO en VO onderwijs. Valentijn Brandt (Amsterdam, 1981) is vader van twee schoolgaande kinderen.
Metafoor onderwijs footer logo
Metafoor onderwijs footer logo