Blog

‘Lukte niet, want mijn moeder is ziek’

Hoe je als docent jonge mantelzorgers kunt herkennen en ondersteunen
Door: Sietske Broekhuizen | Gepubliceerd op: 17-10-2024

Hoe je als docent jonge mantelzorgers herkent en kan ondersteunen

Die ene jongen die altijd te laat komt of dat meisje dat ineens veel slechtere cijfers haalt: als docent zou je kunnen denken dat deze leerlingen hun motivatie verloren zijn. Er kan ook iets anders aan de hand zijn. Misschien zorgen ze voor, of hebben ze zorgen om een ziek of verslaafd familielid , zijn het zogenaamde ‘jonge mantelzorgers’. In dit artikel leggen we je uit hoe je ze kan herkennen én (waar nodig) helpen.

Weet jij wie van je leerlingen een jonge mantelzorger is? Vaak blijven ze onopgemerkt. Toch heb je er bijna zeker regelmatig één in de klas. Volgens Mantelzorg NL is ongeveer 1 op de 4 jongeren boven de 16 jaar mantelzorger, onder de tieners ligt dat aantal net iets lager.

Een teveel aan zorgen

Wat is een jonge mantelzorger dan precies? Misschien helpen ze thuis mee in de zorg voor een ouder of een of meerdere broertjes of zusjes. Misschien zit hun hoofd vol met zorgen vanwege een ziek of verslaafd familielid. Hierdoor hebben ze vaak meer zorgtaken dan leeftijdsgenoten of krijgen ze zelf minder zorg dan op hun leeftijd nodig  is. Vaak maken ze zich veel zorgen.

Een jonge mantelzorger kan te maken hebben met een fysiek ziek familielid, bijvoorbeeld een moeder met kanker of een broertje met een ernstige spierziekte. Een minder zichtbaar soort jonge mantelzorger heeft te maken met een ouder (of gezinslid) met psychische klachten of verslaving. Kinderen van ouders met zulke problematiek noemen we KOPP/KOV-kinderen.

Schaamte en niet tot last willen zijn

Bij de KOPP/KOVV- groep speelt schaamte vaker een grote rol. Vertellen dat je je niet kunt concentreren op je huiswerk omdat je moeder kanker heeft is sociaal geaccepteerder en dus makkelijker om te vertellen dan vertellen dat je laat bent omdat je aan alcohol verslaafde vader niet uit zijn bed kwam om je te brengen. Jonge mantelzorgers voelen vaak een sterke loyaliteit naar hun ouders en eventuele broers en zussen.

Voor alle soorten jonge mantelzorgers geldt dat ze doorgaans niet met hun zorgen te koop lopen. Sommigen doen juist extra hun best op school, zodat hun ouders zich over hen in elk geval geen zorgen hoeven te maken.  Ze willen niet ‘zielig’ gevonden worden door hun klasgenoten en beseffen soms niet dat de situatie bij hen thuis niet normaal is. Jongeren die jonge mantelzorger zijn, zullen de term dus niet altijd herkennen.

Hoe herken je een jonge mantelzorger

Niet alle jonge mantelzorgers hebben direct hulp nodig. Wel is het goed om deze jongeren extra in het oog te houden en net iets vaker te vragen hoe het met ze gaat. Thuis ligt de aandacht vaak op dat zieke broertje of die moeder met een depressie, en soms worden zij daarbij over het hoofd gezien. Ga een open gesprek met ze aan en luister zonder oordeel.

Soms raken jonge mantelzorgers overbelast en hebben ze extra ondersteuning nodig. Stichting JMZ Pro geeft op hun website deze lijst met signalen aan:

  • lichamelijke en emotionele klachten zoals stress, zorgen, vermoeidheid, onbegrip, angst en depressieklachten;
  • veranderende schoolprestaties;
  • motivatie- en concentratieproblemen;
  • weinig tijd voor schoolwerk;
  • studievertraging;
  • minder tijd voor vrienden/vriendinnen, sport, school/studie en hobby’s;
  • missen emotionele steun;
  • te veel verantwoordelijkheid thuis;
  • te weinig aandacht en ruimte voor eigen problemen;
  • ontbreken van openheid.

Hoe help je een jonge mantelzorger?

Stel: Je hebt een jonge mantelzorger herkend. Wat doe je nu vervolgens? Voor de jonge mantelzorgers is het behalve een luisterend oor, ook vooral flexibiliteit van de school. Besef dat gemiste deadlines of afwezigheid te maken kunnen hebben met de situatie. Kijk hoe in hoeverre je individuele afspraken met de leerling of student kunt maken zodat ze wél mee kunnen doen. Maak vaste afspraken en wijs waar nodig een aanspreekpunt aan zodat de jongere niet bij elke docent opnieuw zijn verhaal hoeft te doen.

Signaleer je ernstigere problematiek? Verwijs de jonge mantelzorger dan door. Dit kan gaan om een doorverwijzing naar een instantie of stichting die het gezin of de mantelzorger ondersteunt op praktisch, psychisch of sociaal niveau. Merk je dat jijzelf, of je collega’s nog te weinig weten over dit onderwerp? Nodig dan eens de lokale mantelzorgorganisatie uit om jullie hier meer over te vertellen. Ook voor je klassen kan het helpend zijn om meer te weten over dit onderwerp en zo meer begrip te krijgen voor klasgenoten in soortgelijke situaties.

Zes tips voor scholen (uit de flyer ‘studeren en mantelzorg’ van Mantelzorg NL):

Uit de flyer ‘studeren en mantelzorg’ van Mantelzorg NL:

  1. De student weet vaak zelf niet dat hij of zij mantelzorger is en dat er ondersteuningsmogelijkheden zijn. Het is wenselijk dat docenten, decanen en studieadviseurs binnen de onderwijsinstelling zich bewust zijn van het bestaan en de omvang van deze groep studenten, de risico’s die zij lopen en van mogelijke signalen van overbelasting. Zij kunnen dan de studenten wijzen op ondersteuningsmogelijkheden en doorverwijzen.
  2. Geef de student de mogelijkheid om al bij inschrijving aan te geven dat er sprake is van een mantelzorgsituatie. Met uitleg van de voordelen om dat direct bij de start van de opleiding aan te geven. Uiteraard moet deze informatie vervolgens adequaat worden doorgegeven aan de juiste begeleider.
  3. Op verschillende momenten tijdens de studie (bij de start, rondom het bsa etc.) informeren studieadviseurs nu al over beschikbare ondersteuning; daarbij zouden ze expliciet kunnen aangeven dat studenten met zorgverantwoordelijkheden ook ondersteuning kunnen krijgen.
  4. Gebruik ervaringsverhalen van eigen studenten die zorgen voor iemand om de herkenbaarheid te vergroten en het thema te normaliseren.
  5. Informatiebijeenkomsten of een gastles (bijvoorbeeld vanuit het steunpunt mantelzorg of vanuit MEE) over het thema ‘mantelzorg’ dragen bij aan de bewustwording van het thema onder studenten. Bovendien kunnen studerende mantelzorgers op deze manier bereikt worden en geleid worden naar ondersteuning. Een thema- of gastles vindt bij voorkeur plaats binnen het bestaande curriculum.
  6. Sluit aan bij de Week van de Jonge Mantelzorger (1e week van juni) voor extra aandacht en bewustwording.

Download de flyer hier: Informatie voor studentbegeleiders MBO, HBO en Universiteit – MantelzorgNL, op deze website vind je nog veel meer resources, bijvoorbeeld ook een lesidee.

Sietske Broekhuizen
Auteur
Studeerde Journalistiek in Ede en werkte daarna jaren in de non-profit sector. Schrijft hier over wat (aankomend) docenten bezighoudt. Sietske Broekhuizen (Hengelo, 1988) geeft ook les aan communicatiespecialisten uit niet-Westerse landen.
Metafoor onderwijs footer logo
Metafoor onderwijs footer logo